zondag 18 februari 2024

 

Deel 10

Feuilleton febr. 2024 nr 10

Johnny Koning/Hoekman

Zo vrij als een vogel


'Toen en nu'


Nog eens goed om te weten

In 1900 waren er 5 miljoen mensen, in 1950 waren het er 10 miljoen en het zijn er nu 18 miljoen in Nerderlandje. In 2040 zullen er ongeveer 21 miljoen mensen zijn. De bevolking zal groeien, maar Nederland zal niet groter worden. Hoe meer mensen er zijn, hoe meer kinderen ze krijgen, hoe meer voedsel ze produceren en hoe meer auto's en machines er komen.

In 1970 hadden we een kleine metalen afvalemmer genaamd asbak en nu anno 2023 hebben we 3 grote kliko's. De vader van mijn vroegere muziekkameraadje had een groot gat achter het huis gegraven waarin de poepemmer en het ander organisch afval werd gedumpt. Nadat het gat vol was, gooide hij er grond over en kreeg een jaar later hele grote preien. Dit is toch een fantastisch idee die we nu weer kunnen gebruiken, want wij betalen nu per kilo voor het weghalen en verwerken van ons afval, wat weer slecht is voor ons milieu. Ons afval bestaat ook nog eens voor een groot deel uit onzinnige materialen uit China.



Familie Ottens de groenteboer, op de achtergrond meestershuis.

Toen...

Vroeger had je meer contact met de mensen, mede door de dagelijkse benodigdheden, alles was dicht in de buurt: dokter, school, kerk, winkel, café enz.
Men ging te voet of op de fiets, als je naar de stad moest nam je de bus. Wij als kinderen zaten met een schriftje langs de kant van de weg de nummerborden te noteren van de auto's die langs kwamen, het waren er hooguit 15 tot 20 op een dag.
Men ging toen zonder auto, toch ook vrolijk door het leven en je kon overal in de wereld komen met bus, boot of trein.

Je had voor ieder dingetje een aparte winkel in het dorp zoals viswinkel, tabakswinkel en ga zo maar door en nog belangrijker de mensen die bij de deur kwamen zoals bakker, melkboer, groenteman...en de negotie met garen en knopen. Deze mensen namen ook nog de tijd om het dorpsnieuws rond te bazuinen en niet vergeten, de venters gingen ook over het wel en wee van de klanten. Het kwam, maar zelden voor dat er iemand 3 weken dood in huis lag of de maag aan één kant hadden hangen.



Eltje Hinzen de visboer...riep door de straat...Genoat...


Siemen Eling aan het werk bij sloperij Wind aan de Achterweg

Jan (de) Roos door de straat

De laatste wandelende zanger door dorp en stad




Wiegman de dorps-omroeper

Hoe is het nu...

Even het mobieltje erbij, even contact via de media met je 1250 vrienden. Je komt te weten via het apparaatje dat je buurvrouw vier weken geleden al veranderd is in as en op het kerkhof is gaan wonen in een potje.
Je moet je aanmelden via je mobieltje om een tijd af te spreken bij het gemeentehuis of dokter. Op dat moment meld je je aan door op een apparaat te tikken, die alles al over je weet. Het ding vertelt je, als je tenminste kunt lezen, waar en wat je moet doen en als beloning krijg je een bonnetje dat vertelt dat je moet wachten.

Nieuw...van de laatste jaren...
Je kunt je boodschappen of warm eten bestellen via je mobieltje en het wordt thuis gebracht. De zelfbediening vraagt bij ons in het dorp ongeveer €6,50 voor het brengen. Dat was vroeger toch wel even anders als de bakker, groenteboer of wie dan ook voor de deur stond. Ik moest vorig jaar € 90,- voorrijkosten betalen voor een veearts die nota bene op de elektrische fiets kwam. Volgens mij kan hij elke maand wel een nieuwe aanschaffen.

De huidige wegen zijn voorzien van bobbeltjes die ervoor moeten zorgen dat je niet te hard rijdt. Vroeger hadden we de onverharde wegen die uit zichzelf al bobbeltjes hadden en je kon op de hele afstand niet hard rijden. Als we dat zo hadden gelaten had de regering nu geen tekorten gehad en wij nog zingen “Hoe rij die Boere.' Trouwens over zingen gesproken in deze multi culturele samenleving kun je het Wilhelmus wel overboord gooien, met al dat Duitse bloed in de tekst.

Thuis voor de buis is het huidige normaal, natuurlijk met de afstandsbediening of een TV die op spraak reageert. Ik zag op een filmpje, dat mijn kleindochter stilletjes had gemaakt, dat mijn schoondochter een kwartier lang tegen de TV riep ... Alexia...


Transportbedrijf Godlieb aan het Borgshof

De beweging

Voor de nodige beweging, want dat heeft zo langzamerhand eenieder wel door, heb je een sportfiets zonder wielen in een kamer apart waar je kunt bewegen. Je kunt dan ook zien via elektronische weg hoe het met je gaat. Lang is dit schijnbaar niet vol te houden want op Marktplaats word je ermee dood gegooid.

Toen

De eerste zelfbediening kwam in Delfzijl, het was de Albert Heyn, eerst nog met kruideniersartikelen, maar al gauw kwam de Gruyter die naast kruideniers-artikelen ook met overhemden begon. Ik hoor Tiemen van Eren, van de uitkijktoren in de haven, nog zeggen, wat is dat ... dat koop je toch bij Richters.

Na 1955 kwam de grote verandering.
Er kwamen vele mensen uit het westen om de Akzo fabriek vorm te geven. Vele Farmsummers kregen kostgangers, de extra verdienste was welkom, de eerste pensions ontstonden. De vrachtauto's reden af en aan, het Borgshof werd veranderd, er was ook nog eens sprake geweest dat het helemaal gedempt zou worden. Leve de vooruitgang...mensen kwamen in Delfzijl terecht in Flats met een echt aanrecht en douche...

Het ware zo... en eenieder leefde voort zonder er veel over na te denken. Men had werk en verdiende geld en daar ging het om. De welvaart was belangrijker en de mensen schaften de een na de andere plof of auto aan. De wasmachine, de centrifuge en het warm water deed zijn intrede. Je kon er niet meer zonder, douchen en het liefst elke dag. Water was eerst gratis, maar je moest er opeens voor betalen. Men begon elke dag vlees te eten, want dat kon je kant-en-klaar kopen in de zelfbediening. De slagers, bakkers zo ook de groenteboer knepen hun 'moarze' dicht en moesten zo langzamerhand beginnen te denken aan sluiting. De paarden verdwenen geheel uit het beeld, de voerman schafte een vrachtauto aan, zomede de latere transportbedrijven ontstonden.




De Nieuwstad richting Farmsum

links nog een kanaal met bruggetjes


Leve de vooruitgang... We gingen niet meer werken, tenminste niet het zware of vuile werk, daar was een oplossing voor gevonden... De Turken. In groten getale kwamen ze naar ons toe, later kwamen ze erachter, dat als ze ziek waren, ze ook geld kregen en als een geschenk van Alla kregen ze ook nog kinderbijslag. Het sprak zich om door heel Europa...en toen kwamen ze van overal... Het is goed gekomen met de Turken, de culturen kunnen naast elkaar best functioneren.


Echter, nu spreekt het zich om door heel Afrika... Ik zeg persoonlijk het moet geen probleem zijn...als we weer de ouderwetse tricotages fabrieken neerzetten inplaats vanuit China te bestellen. Het scheelt een slok op een borrel en niet vergeten voor de kas van onze regering. Eén probleem echter Nederland is vol, misschien dat de boeren zich uitkopen, zei dat wichtje van vd Wal, maar zei de andere minister de pot is leeg, een probleem dat misschien Caroline van der Plas kan oplossen zei onze Mark.

Ja... zei Mark die spannen we voor het karretje. Nog een probleem... Het wordt natuurlijk een ander verhaal als de culturen uit Afrika voor een groot deel niet werken en voor een groot deel onder elkaar ook nog eens beginnen te vechten, maar dat is voor het volgende kabinet en zo nemen we een glas, doen een plas en doen alsof er niets was.

En zo langzamerhand als een sluipmoordenaar begon naast de welvaart de verontreiniging ook zijn intrede te doen. De muzikant op zijn bakfiets moest een versterker hebben, het begon met een 10 watt Phillips en hij staat nu met een paar duizend watt op festivals te donderen. Mensen die verstandig zijn gebruiken oordopjes en de anderen lopen vierentwintig uur met een piep rond.

Kunnen we terug? Zolang Max Verstappen blijft rijden en er duizenden mensen met de auto of trein op afkomen blijven we bezig. Ik vraag me af of het zin heeft dat ik alles moet doen om het milieu te beschermen onder het mom, alle kleine beetjes helpen. In India blijven miljoenen mensen rijden op een ploffiets... Als je het mij vraagt komen we er niet van af. De zeespiegel blijft stijgen, Max blijft rijden en de IJsberen sterven uit.





Voetbal ver. Farmsum


Zo zie je maar weer wat we vroeger hadden was zo gek nog niet en met een beetje verstand hadden we dat niet weg moeten doen. Nu herhaalt zich alles weer, alleen gaat het nu met een mobieltje alsook alles moderner...maar ja... We moeten op de koop toe nemen dat de zee gaat stijgen...het klimaat raar doet...

Omstreeks 1250 dacht abt Menko (de opvolger van Emo) van het klooster Wittewierum, toen de ene ramp na de andere volgde, dat het Gods werk was en vroeg zich af wat hij en zijn discipelen fout hadden gedaan. Even later in zijn tijd brak de pest uit...wij kregen in onze tijd opeens Corona... Zoals ik zeg, alles herhaalt zich, we hoeven ons niet zo druk maken.

Evenzo gaat het met de oorlogen... Wie hebben we niet gehad...grote namen zijn de revue gepasseerd al vanaf de oudheid...de laatsten kunnen we ons nog wel herinneren uit de verhalen van onze ouders.

En nu hebben we de veldheren nog, het zijn altijd kleine mannetjes, die groot willen zijn die op dit moment in de jaartelling hoog te paard zitten. We moeten, zo wordt gezegd, meer uitgeven voor de verdediging van ons land of beter gezegd voor Europa. Donkere wolken die de zon verborgen houdt glijden aan ons voorbij. We kunnen ons allemaal al wel een beetje zorgen maken, zij de regering, die zit ook nog eens met een tekort van 18 miljard. Misschien meer belasting betalen zei de ander...dan maar meer voedselbanken, afdankertjes eten van de winstgevende supermarkten.

Waar moet je beginnen en waar eindigt het... Menko uit Wittewierum zei het al...het is Gods wil en maar goed dat dat een troost is...als je in een kelder zit en de tanks over je heen donderen...en wij in onze kelder luisteren naar Hugo, Mark en Jette die ons op het hart drukken dat we ons druk moeten maken over CO₂ en stikstof en over de boeren en de jongelui die geen woning hebben... Ik hoor in de kelder opeens een stem, zeker een visioen... Abt Menko ... Welke Corona of pest staat ons nog te wachten, het is Gods wil zei mijn buurman en ging slapen of hij was dood, dat heb ik maar niet getest.



Molenstraat



Tot de volgende keer

zondag 4 februari 2024

 

Deel 9

Feuilleton jaargang 2 nr 9

Johnny Koning/Hoekman

Zo vrij als een vogel


Over het Farmsummer volk, anno 1950/'60/'70, alsmede over hun doen en laten in vergelijking met nu. Het leven van toen was goed, zowel voor je gezondheid, geest en milieu, dat is nu wel even anders anno 2024. Ik probeer zo te leven als toen en ik moet zeggen, het bevalt goed. Alles van waarde kost moeite en dat laatste was even wennen, maar in deze tijd is het ook wel spannend, misschien wel noodzakelijk als die meneer uit Rusland voor de deur staat. Als het mij maar niet zo gaat als die man die een anti-atoom-kelder bouwde en er in viel...morsdood.


De oude school in Farmsum

De school van toen 1950

Na de fröbelschool aan de Nieuwstad bij juffrouw van der Zee en juffrouw Wind ging ik naar de grote school. Alle kinderen van de fröbelschool liepen vanuit de Nieuwstad (VGLO school, later super Kamps) in de rij met de juffrouw naar het Pijpplein en vandaar ging eenieder alleen verder naar huis. We werden niet met de auto gehaald of gebracht en de moeders stonden niet te wachten om hun kinderen op te halen.


De eerste klas van de grote school in Farmsum.
Juf Steenbergen leerde ons lezen en schoonschrijven, als je het goed deed dan kreeg je een stempel op je hand. Iedereen tekende letter voor letter, zo mooi mogelijk een woordje. Het ging met een echt metalen pennetje en echte vloeibare inkt plus je had een vloeipapiertje om de vlekken te verdoezelen, wat en heerlijke tijd.... De vinger omhoog steken, Juffrouw riep je dan... mijn inkt is op... Je voelde je een hele bink en even later piste je weer in de broek...wat een heerlijke tijd. Ik kreeg van oma, weet ik nog, een gebreide onderbroek aan naar school en dat heb ik geweten, wat jeukte dat.


                                                       Haven Delfzijl

Er rijst bij mij de vraag, hoe het komt dat de kinderen van nu zo'n vreselijk handschrift hebben, bij het lezen stijgen je de haren te Berge. Ik sprak erover met een schoolmeester en die zei dat je alles tegenwoordig typt, schrijven is overbodig geworden.

Ik heb mijn kleindochter toen ze van de lagere school kwam eerst fatsoenlijk schrijven geleerd. Toen ik haar vroeg hoe laat het was, stond ze letterlijk met haar mond vol tanden, dus ik heb haar ook nog leren klokkijken.

Ik dacht ben ik nu gek, ze heeft 6 jaar op de lagere school gezeten in Delfzijl. De leraren zeuren om meer geld en willen nu ook nog minder les geven. In deze vrije uren, was op het nieuws, kunnen ze dan vergaderen over hoe ze de lessen beter kunnen organiseren. Ik denk dan maar zo voor mijzelf dat ze een aparte commissie in het leven roepen die het gaat uitzoeken, een rapport kan dan niet uitblijven...denk ik dan maar zo.

Mijn kleindochter zit nu op het vmbo en heeft heel veel... heel veel... Daltonuurtjes. Vandaag heeft ze zelfs een daltondag en zit thuis op haar 'smartwatch' te loeren om haar bijziendheid te bevorderen.

                                                                 Oude sluis Farmsum richting Delfzijl
                                                                                 later de klapbrug

Ik ben een stuk wijzer geworden, ik heb het uitgezocht op internet.

Citaat:
Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
Aantekening: Ze worden klaargestoomd te leren omgaan met de democratie.

Dit is dan voor een kind van 12 jaar denk ik dan maar zo...heel, heel duidelijk.

Ik volg mijn kleindochter een beetje bij het huiswerk en sta, verstelt wat er van dit soort onderwijs terecht moet komen. Het zal iets beter worden, omdat de telefoon niet meer mag in de klas. De filmpjes vlogen me om de oren die ze tijdens de les maakte. Wij... gingen vroeger op schoolreis naar Harkstede, naar de speeltuin en dan kwam je langs een rij lachspiegels, nu maakt mijn kleindochter deze plaatjes dagelijks op de smartphone, en ze worden gemaakt tijdens de les in het klaslokaal. De kinderen hebben dan vreselijk zelfstandig Dalton-lol.

                                                      Café Staalstra Harkstede

De leraar hoeft niets te doen want de leerling werkt zelfstandig, mag zelf kiezen wanneer hij of zij een toets wil. Er is nu weer een nieuwe leerkracht en die geeft helemaal geen toets uit liefde voor het vak. De Daltondag is de uitvinding van deze tijd. Thuis zitten op de smartphone en zich de rest van de tijd vervelen en hier moet ik denken aan de woorden van mijn opoe: ledigheid is des duivels oorkussen.

Mijn vraag is, was het vroeger dan zo slecht zodat het nu anders moet? Ik zal wel te oud worden en daar laat ik het nu even bij.

Even terug in de tijd...het naar binnen gaan op school.

Vanuit het schoolplein naar de klas gaan was een ritueel, je stelde je op, twee bij twee in een rij. Iedere klas had zijn eigen plek om zich daar op te stellen. Bij het naar binnen gaan zongen we een lied, trokken onze jassen uit, eventueel klompen en gingen in de klas. We gingen zitten met de handen over elkaar totdat de meester of juf binnenkwam en de les kon beginnen. De meester moest dan nog wel even kijken of er ook een verdwaalde punaise op zijn stoel was achtergebleven.


                                                                  Schoenenzaak Haan
Vinger opsteken

In de pauze gingen we spelen op het schoolplein waar de meesters en juffen naast elkaar over het schoolplein liepen. Je wachtte gewoon op de zwierige draai aan het einde van het plein en dan liepen ze weer de andere kant op totdat de bel ging. Op die manier hielden ze de boel goed in de gaten. De scholen van nu zijn zo groot dat er extra beveiligers zijn aangesteld om de boel in de gaten te houden. Dit alles dankzij de voortplantingsdrift van de mens.

Vroeger

De onbewuste discipline merkte je niet, maar je was wel bang voor de politie of schoolmeesters.
De leerlingen zitten nu ook in groepjes bij elkaar, nog niet te spreken over de telefoontjes, die nu (veel te laat) zijn verboden in de klas. Mijn kleindochter maakt het huiswerk bij ons en dan help ik haar altijd mee en volg en informeer tussen de regels door hoe zo'n dag gaat op school. Ik kan vertellen het gaat in het kortetermijngeheugen en weer uit en wat er overblijft, is te verwaarlozen.


Dalton uurtjes zijn ouwehoer uurtjes geworden, een uur in het bos zonder leraar, een doe-dag dan blijft ze in huis. Opdracht om thuis eten te koken en dat fotograferen. Waar is de oude huishoudschool gebleven. Je zou God toch smeken dat alles zo weer was als vroeger. De leraren hebben ook altijd vergadering en het is een komen en gaan van leerkrachten. Vroeger bij meester Koning moest je de hand ophouden als je iets had uitgevreten, dan dreigde hij met zijn liniaaltje. Trouwens als het eenmaal gebeurde dan werd het wel ruim overdreven, zo van 'hij heeft me verrot geslagen,' maar zo'n handelingetje leidde zijn eigen leven en had zeker nut.


Mijn zoon kwam vroeger thuis met het verhaal (5e klas) meester van der Laan heeft me een draai om de oren gegeven waarop ik zei 'dan heb je nu een goede meester.'

                                                                            Afwateringskanaal woonboot H.Jagerstraat.
                                                                                   Misschien van de fam. Noorman

Gebeurtenissen

In de eerste klas bij juf Steenbergen moest de klas meemaken dat er kinderen verdronken. Het waren gebeurtenissen die je nu nog niet bent vergeten. Ik wil bewust geen namen noemen, maar ik ken ze nog allemaal.

We kwamen in de tweede klas bij juf Stap Stap...dat was dan juf. van der Weg. Het lieve mens kreupelde en vandaar de naam stap stap. Als kind denk je er niet over na, wat je zegt, want het was een hele lieve juf. Wij zetden haar dan ook vaak op stoom. Ze liep dan met rode-blossem-wangetjes en met stoom uit de oren uit de klas. Meester Koning kwam dan de orde weer herstellen. Hij hoefde alleen maar te kijken en eenieder was muisstil.

Mijn moeder heeft toen nog met haar samen handwerkles gegeven aan de meisjes. De derde klas was meester Janknecht en we leerden goed bij hem, het was een aardige meester, kwam mij thuis bezoeken toen ik op het ijs was gevallen alsmede met een zware hersenschudding zes weken moest rusten. Mensen om me heen merken de gevolgen er nu nog van en bij deze weten ze dan dat het 'gain klap van n'meulenrou was.'


Het kamertje van de heer Moed
in het pand van viswinkel de Jong.


Markante vrouw mer. Aalbertje Ridderbos uit de Vliethorn

5e klas meester Koning die tijdens de gymles altijd naar huis ging om koffie te drinken. We leerden hier ook de Nederlandse volksliedjes van Molenaartjes wind en nog vele andere liedjes, daar hoef je tegenwoordig niet mee aan te komen. Het nationale trots is wel helemaal verdwenen. Een verhaal apart is dat we geen Gronings leerden en al helemaal niet het Grunnegs Volkslied.

Ik had een keer een optreden in Nunspeet voor de Groningers aldaar. Ik kwam aan de praat met een oud-onderwijzer en vroeg hem wat hem hier in Nunspeet had gebracht. Zijn antwoord was...er waren teveel Grunneger schoolmeesters in het Ommeland, hij kreeg geen baan aldaar. Er ging toen een lichtje branden...teveel Grunneger schoolmeesters in Grunn hoezo? Het werd mij duidelijk, het Grunnegs dialect moest verdwijnen. Goed Nederlands leren was de opzet.

Na de lagere school gingen de leeftijdsgenoten naar allerlei scholen. Ze gingen naar Appingedam, de huishoudschool, LTS, of HBS, naar Delfzijl, de ULO school. Van de Ulo school kon je dan naar de kweekschool in Appingedam en velen verlieten na de ULO hun studietijd en kwamen op een kantoor terecht. Werk was er voldoende alsook in de haven als je daar zin in had. Later kwam omstreeks 1956 de AKZO naar Delfzijl en het leven in de havenplaats werd op zijn kop gezet en wij werden jammer genoeg groot.

Ulo school Delfzijl

Slotwoord

Zou het niet beter zijn als de kinderen iets langer op de basis-school zouden verblijven even langer kunnen genieten van een onbezorgd speels leven. Mijn kleindochter is nu 13 jaar, van school wordt gevraagd om keuzes te maken, een profiel te kiezen. Het kind van 13 wordt met zaken opgezadeld waar ze helemaal nog niet aan toe is. Ze komt nu van school bij ons, een hapje eten en anderhalf uur huiswerk maken.
Ik vraag me af of er dan nog zin is aan een sportclub, waar je natuurlijk ook weer prestaties moet leveren. Ik noem de pure stress vanaf je 12e jaar.

Ik heb tenminste na mijn lagereschooltijd een rotleven gehad op allerlei scholen. Toen ik na mijn schooltijd een aanstelling kreeg in een Duits orkest alsmede voor de Amerikanen speelde had ik totaal niets aan datgene wat ik geleerd had op school. Ik studeerde op school de ene na de andere klassieke etude, had als bijvak piano en moest zingen, wat ik totaal niet kon vanwege de vele gevoelens die in mijn lichaam ronddwaalden, later lukte het met meer vrijheid gelukkig wel.

Misschien door...
Ik voelde me eigenlijk een bastaard-kind met een vader die ergens nergens was. De ander helft had als thema werken en geld verdienen. Er wordt eigenlijk nooit over nagedacht dat een kind van gescheiden ouders vele overeenkomsten kan hebben van één van die ouders en het totaal niet klikt met de andere helft, alhoewel die ook nog het beste met je voor hebben. Als het botst dan is het gemakkelijk voor een ouder om zich dominant te gedragen en dat lost niets op kan ik vertellen. Geen nood met mijn grootouders ging het prima!


zondag 28 januari 2024

 

Deel 8

Feuilleton jaargang 2 nr 8


Johnny Koning/Hoekman
Zo vrij als een vogel

Inleiding

Over het Farmsummer volk, anno 1950/'60/'70, alsmede over hun doen en laten in vergelijking met nu. Het leven van toen was goed, zowel voor je gezondheid, geest en milieu. Ik probeer anno 2024 weer zo te leven en moet zeggen, dat het goed bevalt. Alles van waarde kost moeite en dat laatste is even wennen, maar in deze tijd is het ook wel spannend en misschien wel noodzakelijk als die meneer uit Rusland voor de deur staat. Als het mij maar niet zo gaat als de man die tijdens de Koude Oorlog een anti-atoom-kelder bouwde en er tijdens de bouw in viel...dood.

Over meester Koning

                                                                            Meester H.Koning opvolger van meester G.Koning
                                                                             met klas, in het Borgshof bij de nieuwe school

Over de oude stamvader Meester G. Koning 1856-1941

Beter bekend als 'de meester Koning.' De oude meester (1856-1941) kwam uit Zuidlaren en leerde het vak van een schoolmeester in Noordlaren. Hij werd aangesteld in Farmsum en woonde eerst aan het Eemskanaal, later in de Koestraat 28 in Farmsum.
Het was een groot huis met een reusachtige tuin, wat grensde aan het Weiwerder-maar. Aan de andere kant van het, maar had hij weiland tot aan de dijk. Hij was naast schoolmeester, veekoopman en ook organist in de NH kerk in Delfzijl.
(Molenbergplein).


                                                                      De oude meester Koning 1856-1941

Het huis aan de Koestraat in Farmsum.

Achter aan het huis waren twee schuurtjes aangebouwd, de ene was de bijkeuken en de ander stond vol met geiten. Toen hij de scheldnaam, Sire (koning) -Bok...Sirebok... kreeg verkocht hij de geiten en heeft nooit weer geiten gehad. Ik weet nog dat ik als kwajong met een geitje in huis kwam, weg met dat ding riep opoe, laat opa het niet zien. Bij mijn opa moest je het woord niet eens in de mond nemen laat staan bij de jonge meester Koning. Ze waren van de ene op de andere dag besmet geraakt met de naam Sirebok.

Zijn vrouw Derkje Begeman 100 jaar oud en nog geen grijze haren

De oude meester was getrouwd met Derkje Begeman (1860-1960) die geboren was op de molen te Ekamp/Finsterwolde. De Begemans kwamen oorspronkelijk vanuit Duitsland (rivier de Bege) naar Drenthe en waren turfstekers. Hier in de provincie werd het een grote molenaarsfamilie. Overal waar een molen stond was de naam Begeman mee verbonden. Farmsum, Meedhuizen, Ekamp, Noordbroek en zeker nog meer. Ze kreeg negen kinderen waarvan het merendeel onderwijzer is geworden.

De oude meester was ook veekoopman en stond bekend dat hij met stront aan de schoenen op school kwam. Iedereen was het er over eens dat hij een goede meester was. Een van zijn zonen volgde hem op aan de oude school in Farmsum, het was Hennie Koning die de meesten kent als 'De Meester Koning', maar nauwelijks zijn vader kennen.

                                                             De oude school in Farmsum

Ik zal beschrijven hoe het daar vroeger thuis was.
Toen mijn moeder was 'oaftraauwd' (gescheiden) woonde ik met haar op het Borgshof, zo noemden wij de boerderij. Voor mijn vijfde jaar wist ik natuurlijk niet wie of wat mijn familie was, niet van de Konings en al helemaal niet van de Hoekmannen. Het leven begon eigenlijk op mijn vijfde jaar en op die leeftijd kwam ik met moeder op bezoek bij meester Koning In de Koestraat. Ik had toen nooit kunnen dromen dat ik daar ooit zou wonen.


                                                                   Het huis met het hekje is het oude meestershuis

Er was in het gezin omstreeks (1955) de hele oude moeder Koning, ze was toen 95 jaar. Als ze niet in de bedstee lag zat ze bij het raam naast de ouderwetse kookkachel met de voeten op een stoof. Ik moest dan mijn rapport laten zien en dan moest tante Trijntje me een kwartje geven. Later toen ik tante Trijntje beter leerde kennen, moest het haar vreselijke pijn hebben gedaan afstand te doen van dat ene kwartje. De oude moeder vroeg ook altijd wie ik was, en dan zei tante Margie die er ook woonde 'aine van Pait.'

Ik zal beschrijven hoe het er van binnen uit zag.
Je kwam door de achterdeur in de bijkeuken, een soort aangebouwd schuurtje, met een klein aanrecht uitgedost met een mooie koperen waterpomp, die glom als een 'ekkel.' In deze keuken werd ook de was gedaan natuurlijk geschrobd op het wasbrèd. Achter in dit schuurtje was de poepdoos, een eenvoudig bankje met een rond gat, waaronder een emmer stond. Vanuit deze keuken kwam je in een hal waar de waterput was, waar het drinkwater uit kwam.

De familie is oud geworden met dit water en wat een flauwekul om duur water uit een kraan te halen. Deze manier was het toppunt van duurzaamheid. Meestal zwom hier ook een kikker in om het water schoon te houden, maar die heb ik nooit gezien. Vanuit deze hal kon je alle kanten op, rechts naar de woonkeuken, links naar een kamer, rechtdoor naar de grote gang die leidde naar de twee voorkamers en de trap leidde je naar boven.

Er werd in het schuurtje/bijkeuken nooit gekookt, wel gewassen en dergelijke zaken. Het koken gebeurde in de woonkeuken op een ouderwetse kookkachel, waar altijd een klein bruin pannetje op stond met een geel goedje opeengestapelde vlaaien van een paar dagen oud voor de koffie.

De wanden waren van hout, middelbruin met vlammen, waar de Friese staartklok een dominante rol speelde. Aan één zijde, recht tegenover de kachel was een bedstee, daarnaast een deur waar je via een trapje naar de kelder ging, hier stonden de Keulse potten met inhoud. De dames waren gekleed in spierwitte huishoudkleding. Tante Trijntje was vroedvrouw, eerst wist ik niet wat het was maar kwam erachter dat ze een 'boakerske' was, ze hielp dames bij de bevalling.

Tante Margie was de dienstmeid in huis en Ome Hennie de schoolmeester, ze woonden allemaal nog in het ouderlijk huis. Het geheel maakte altijd indruk op mij, ik vond het nogal deftig, afstandelijk en geleerd, hartelijkheid was ver te zoeken, nog maar niet te spreken over een snoepje.


                                                                                     Opa Kluin de grote zeekapitein
                                                                                   In menig boek wordt hij beschreven
                                                               Ik vergeleek hem altijd met Micheal Adriaanszoon de Ruyter

Daarentegen bij opa en opoe Kluin, van oma's kant, in de kerkstraat, die zo arm waren als Job, kreeg ik altijd wat. Voor een kind toch wel belangrijk als ik er nu zo over nadenk. Op feestdagen moest ik uit het kleine kamertje, waar ze altijd zaten en dan stond er op een bordje in de gang één of twee eieren als versnapering. Hun zoon zullen veel Delfzijlers kenden, dat was Radio Kluin. Er was in die tijd nog geen AOW dus ik weet nog dat eenieder van de familie een bijdrage leverde dat ze rond kwamen. De oude opa was een grote zeekapitein geweest, zeker zijn geld verbrast tijdens zijn uitjes in verre oorden. Hij voer met grote zeilschepen rond Kaap Hoorn. Verhalen kon hij als de beste vertellen en was wel eens voor radio Noord. Hij had het altijd over vliegende vissen die van bakboord naar stuurboord over het grote zeilschip vlogen, het waren nog net geen trekvogels. Het is nu ongeveer 70 jaar geleden en het zit nog in mijn langetermijngeheugen, ik hoor zijn stemgeluid nog.




Opa zag heel slecht en dat heb ik vernomen. Mijn familie moest naar de Stad en ik zou dan bij opa Kluin eten (groot-oma was al overleden) geen probleem. Ik kreeg soep, het zag er een beetje vrolijk uit, in plaats van soepgroente had hij achter het huis bloemetjes geplukt, ik zag allerlei bloemetjes in de soep zwemmen, goudsbloemen tot weet ik veel. Opa Kluin vond het lekker, het kwijl liep hem langs de mond, maar ik moest bijna overgeven en na twee lepels soep moest ik hem teleurstellen en zeggen dat ik zat was. Daarna kreeg ik pannenkoeken met een raar smaakje, die middag op school bleef nog lang in mijn geheugen, om de paar minuten kwam alles omhoog, net tegen overgeven aan.

Café v Hassel links

Ik kan nog meer vertellen over opa Kluin, het was vele jaren later. Ik wilde een bolhoed hebben voor een muziek optreden tijdens de Pinksteren in Delfzijl. Het was een optreden bij Gerdes voorheen v Hassel aan de Waterpoort. Mijn oma, de dochter van opa Kluin, kon zich herinneren dat opa Kluin nog zo'n hoed had en die kon ik dan wel gebruiken. Wat een geluk...tijdens dit optreden had ik deze hoed op, natuurlijk om het optreden aantrekkelijker te maken. Het ging der omweg... Ik sprong met mijn saxofoon op de dansvloer en de menigte danste om me heen. Het ging zo uitbundig dat een zoeplap de rand van de hoed over mijn oren trok. De hoed had ik nog wel op, maar de rand hing om mijn nek. Thuis gekomen was er grote paniek en oma was weer eens zo goed om de rand er weer aan te naaien, zo goed en kwaad als dat ging. Hij merkt toch niets zei oma, hij ziet zo slecht en wanneer zal hij het ooit nog gebruiken. Opeens kwam oma thuis met de mededeling dat opa Kluin de hoed moest gebruiken, één van zijn vrienden was overleden. Er heerste grote spanning, zou hij het merken of niet en zo liep opa Kluin in de stoet door Delfzijl met een genaaide hoed op. Hij heeft het niet gemerkt of niets van gezegd, dat kan ook...


Terug naar het meestershuis aan de Koestraat Farmsum.
We waren gebleven in de leef-keuken...1955... aan de koestraat in Farmsum. Boven de bedstee was een 'törreldoef' in een huisje en aan de duif wist de oude moeder precies wat voor weer het werd. Aan de korte wand naast de deur was een legplank met een radio die alleen aankwam voor het nieuws. Tante Trijntje had wel een man gehad maar was gaan scheiden omdat haar man niet deugde. Het was de steenrijke meneer Berg van de gelijknamige scheepswerf. Hij reed, denk ik omstreeks 1920 al in een auto.


                                                                           Berg liet ook dit huis bouwen in 1904
                                                               De scheepswerf aan de dijk was van Berg en Huntfeld?
                                                                              De nu 'witte brug' heette toen Berg's brug.

Berg's huis aan de Nieuwstad, ongeveer waar het huis
Bella Vista en aangrenzende huizen richting Delfzijl nu staan.

Ik heb het helaas niet meegemaakt, maar tante Trijntje had al een rijk leven achter de rug. Veel inboedel had ze meegekregen van Berg, o.a. zelfportretten van haar en ze was soms uitgedost met juwelen. De rijke meneer Berg, die dankzij de overgang naar ijzeren schepen, opeens niet meer zo rijk was en failliet ging, werd het huis afgebroken. Zo zie je maar weer hoe het leven zijn leven leeft. Er zei eens een bekend persoon tegen mij: 'Er zijn drie soorten mensen...één die op de fabriek werkt of op kantoor, de 2e die dat ook doet, maar nog een bijbaantje heeft en de 3e is vandaag miljonair en ligt morgen in de goot.

Ik heb dus mogen meemaken dat de een na de andere familie Koning het leven had volbracht en ik het huis aan de Koestraat betrok. Er was nooit iets verandert in het huis en als ik aan de gordijntjes kwam van de bedsteden dan vielen ze vanzelf als stof naar beneden. Ik heb het verbouwd en er 5 jaar gewoond, mijn halfbroer heeft het gekocht en verder opgeknapt. Zijn drijfveer was het oude familiebezit in stand te houden, zo heeft hij ook de boerderij in het Borgshof verbouwd en is daar gaan wonen. Ik ben verhuisd naar Woldendorp in een piepklein, arbeidershuisje met een lapke grond achter het huis, een plek voor de pony alsook mijn vrouw (laat ze het niet merken) Woldendorp waar ik kan rotsooien in de natuur. Hier tref je nog de stilte die je in Farmsum toch een beetje mist.


P.S.

Vroeger ging toch alles ook goed, er werd gelachen en gehuild zonder al die rotzooi nu om ons heen.
Ik heb er over nagedacht, als die meneer uit Rusland zo'n kabeltje doorknipt in de Noordzee, naar horen en zeggen, ze zijn al bezig, dan zitten we zonder stroom, geen internet, geen elektrische auto, geen eten koken of warmtepomp. De banken verkeren al in hoogste paraatheid, cyber-aanvallen en wat gebeurt er als we niet meer kunnen pinnen en de bruggen niet meer naar beneden gaan....en ga zo maar door.

Ik heb het gehoord en waar rook is toch ook vuur? Ik wil niet baangschietern, maar ik heb al een noodpakket en de buurman ook.

Ik las dat de supermarkten nu beginnen met navulverpakking, je kunt weer met je 'melkoakertje' naar de winkel. Dat hadden we vroeger toch ook al en het was toen nog gemakkelijker de melkboer en de bakker kwam het bij je aan de deur afleveren. Slager Diedel zijn vrouw zie ik nog rijden op haar Solex, met leren jas en leren kapje de producten rondbrengen. Ik zie nu ook dat de boodschappen weer worden rondgebracht, dat hadden we vroeger toch ook allemaal. De winkel van v Son in de Vliethorn was zijn tijd ver vooruit, die had in 1955 al een rijdende winkel, een oude Dambus, om de klanten te bedienen.

Mijn tijd van 1945 tot 2024 was zeker nodig om alles uit te proberen, om alles in plastic te verpakken en nu komen ze er weer op terug. t Is net een slechte droom en dat bedacht door mensen waar je tegen op keek, mensen met verstand werd er gezegd. De tricotage fabrieken moesten weg; het was veel goedkoper uit China. Ik kan vertellen dat ik er niet wakker van lig, ik heb 's nachts wel wat anders te doen...slapen.

Rommeling negotie kar, toen al met motor



Tot de volgende keer maar weer





zondag 21 januari 2024

 

Deel 7

Feuilleton jaargang 2 nr. 7


Johnny Koning/Hoekman

Zo vrij als een vogel



Over het Farmsummer volk, anno 1950/'60/'70, alsmede over hun doen en laten in vergelijking met nu. Het leven van toen was goed, zowel voor je gezondheid, geest en milieu. Ik probeer anno 2024 zo te leven zoals toen en ik moet zeggen, het bevalt goed. Alles van waarde kost moeite en dat laatste is even wennen, maar in deze tijd is het ook wel spannend en misschien wel weer noodzakelijk als die meneer uit Rusland voor de deur staat. Als het mij maar niet zo gaat als de man die een anti-atoom-kelder bouwde en er tijdens de bouw in viel...dood.


Als ik de berichten beluister dan voorspeld 2024 niet veel goeds. Trump wordt president en volgens de berichten gaat hij de NAVO opblazen en staat Europa in zijn hemd. Poetin zal hele kleine kern-raketten gaan gebruiken en als eerste Litouwen vanuit Kaliningrad en Wit-Rusland aanvallen en het westen gaat dan overleggen en zich beraden via een aparte commissie ...wat te doen...liever geen acties die de boel 'in 't ìnde joagen.'

Wat gaan we doen is de grote vraag, Nederland heeft nog drie tanks en de F-16's zijn ook al weggeven. Ik heb geen verstand van politiek en als ik dit dan allemaal beluister, moet ik maar een schuilkelder gaan bouwen...maar voor wie...als ze nu even wachten totdat ik achter de kerk in Borgsweer lig, zal het mij een zorg zijn. Mijn nageslacht moet zich dan maar even alleen redden en of je nu laag- of hoogopgeleid bent maakt dan niet meer uit.

Borgsweer

Ik heb daarom besloten, geen schuilkelder, maar een stukje grond op het kerkhof te kopen, t'was duur genoeg, alsmede heb ik de steen, samen met de buurman geplaatst om de prijs wat te drukken. Ik ben nog even gaan liggen voor de maat en de lengte klopte ook, had niet gehoeven want toen ik vol trots thuiskwam, zei Teutje mijn vrouw dat we gecremeerd worden.

Ik liep vorig zomer te maaien, natuurlijk met de zeis, kwam een dorpsgenoot voorbij en sprong van zijn fiets. Hij keek me aan, keek me nog eens aan en zei “Jij bent me ook een grappenmaker” ik zeg “hoezo?” “Liep ik vorige week op het kerkhof in Borgsweer, stond plotseling voor je graf en de mond viel me uit de haken. Ik zeg tegen mijn vrouw “nu breekt me de klomp, ik heb vorige week nog met hem gepraat.”

Bunker te Farmsum


Even terug naar de goede oude tijd in Farmsum (1955)

We hadden bedacht parachute te springen vanaf de bunker, niet vanuit de uitkijktoren, maar gewoon van de bunker af, dat was niet zo hoog. Lakens stilletjes meegenomen van huis en een heleboel touw, vakkundig een parachute in elkaar geflanst en Anne moest dan maar eens springen. Anne wou eerst niet, maar anders mocht hij niet meer afkijken op school, dus Anne moest wel.

Hij moest dan een aanloop nemen, anders ging de parachute niet open. Zo gezegd, zo gedaan...Anne nam een aanloop, zeker met de ogen dicht en sprong van de bunker. Sevveloos (bewusteloos) bleef hij liggen op de grond met de lakens over zich heen. We waren stil en keken elkaar aan, zou Anne dood zijn? Snel naar beneden een emmer vol 'kreus' uit het Weiwerdermaar en dat hebben we Anne over de kop gegooid. Gelukkig, hij bewoog nog, maar hij kreunde wel heel raar.



Siemen Eling aan het werk bij sloperij Wind, spijkers trekken

Op de foto dezelfde handkar waar we Anne op hebben gelegd.

We hebben Anne op een handkar van sloperij Wind gelegd en naar huis gebracht. De dokter 'Dubbeltje' stelde een hersenschudding vast en Anne mocht niet meer met ons spelen. De ouders zijn nog bij ons thuis geweest, van de anderen weet ik het niet, maar ik werd een hele dag in het eendenhok opgesloten.



Huisdokter Dubbelinga (Dubbeltje)

Er was geen TV, af en toe mochten we op de zondagsmiddag naar de bioscoop van Schepel aan de oude Schans en ook gingen we films kijken bij het Leger des Heils in de oude Synagoge aan de singel. Beneden was daar een openbare douche gelegenheid, daar kon je altijd keet schoppen, maar daar kwamen we niet veel, we versnoepten het geld meestal bij automatiek Bakker schuin tegenover Richters. We wasten ons eigenlijk nooit, alleen 's morgens om kop met een washandje en dan naar school. De meeste mensen hadden geen douche, alleen een tobbe met warm water die alleen gebruikt werd als je naar de dokter moest of die pech had elke zaterdag. Je mocht dan na die tijd je niet meer smerig maken. Het water in de tobbe was meestal nog smeriger als het water in de sloot.



Bioscoop Schepel, Delfzijl

Hoe ik bij de muziek kwam

We stonden met onze groep uit de Hendrik Jagerstraat op het Pijpplein, hoe kon het ook anders, op 'Piep' speelde zich alles af. We stonden voor de bakkerij van Zuidhof onze plannen te bespreken. Appeltjes gappen, kruudhorens of naar de bunkers, oorlogje voeren en nog zoveel meer ideeën passeerden de revue. Het duurde niet lang, iemand van ons had gehoord dat je een toeter gratis kon krijgen bij de muziekvereniging 'Wilhelmientje.' Dat was niet mis, wij erop af en ja hoor, we werden hartelijk ontvangen maar een trompet was niet mogelijk, alleen een klarinet. We wisten ook niet dat die toeter 'klarinet' heette. Wij met het ding naar huis en vol trots lieten we het thuis zien. De week daarop moesten we op maandagavond naar de muziek. Schelhaas was onze leraar en we stonden wel met tien jongens, in de gang van de oude school, te toeteren. De één kreeg er geluid uit en de ander weer niet, wat een ellende was dat.

Johan Schelhaas, schildersbedrijf Molenstraat en muziekleraar.

Oorspronkelijk kwam Johan Schelhaas uit Eenrum en was min of meer (gekocht) overgehaald, om op een gunstige manier een schildersbedrijf over te nemen in Farmsum aan de Molenstraat, maar onder beding dat hij klarinet ging spelen bij 'Wilhelmientje.'

Met mij ging het goed, maar van de andere jongens viel de één na de ander af. Ik had er schik in en studeerde tot ieders verdriet thuis de pannen van het dak. Schelhaas kon nogal bot zijn, maar hij was voor mij als een vader. Misschien omdat ik ook geen echte vader had. Hij leidde me op, soms met harde hand, dan vloekte hij of schopte me tegen de benen, tussen de lessen door ging ik altijd voorblazen bij Wessels die tegenover ons woonde naast smederij Werkman. Wessels was een hele goede muzikant en zijn zoons Harry en Johan speelden ook mee in het korps. Hij had ook twee strepen op zijn uniform, dat wilde zeggen, hij was onderdirecteur.

Opoe zei altijd tegen me, goed je best doen want ik wil 'mie nait schoamen veur Wessels.' Na een half jaar vond Wessels dat ik al wel mee kon blazen in het korps, maar Schelhaas zei altijd...Je mouten mie dij jong nait vernailen...en zo moest ik dan nog even wachten.

Muziek vereniging koningin Wilhelmina

Ik sta hier niet op
links zittend Schelhaas, Kees Bos, Rieks Zwarts, Arend Visker


Ik deed mijn intrede, toen het zover was, met de Kalief van Bagdad. Mijn opa zei altijd tegen bekenden, 'Ik wait nait wat van dij jong mout terecht kommen.' De dirigent van Wilhelmientje was Jan Zuidema en we gingen af en toe naar Duitsland om concerten te geven. Schelhaas leerde mij naast klarinetspelen ook hoe je de vrouwtjes moest versieren en dat kon je het beste in Duitsland uitproberen, daar kraaide hier in Farmsum niemand naar. Ik lig nu 's avonds in bed nog wel eens te lachen, hoe hij dat altijd voordeed in Duitsland. Het leek meer op aanranden, de Duitse vrouwtjes begrepen zijn opvoedpraktijken niet. Hij leerde me ook bierdrinken, dat vond ik direct al lekker. Harm Jonk van de Ridenbergstraat kon er ook wat van, kort gezegd een hele leuke club, vooral als we naar Duitsland gingen.

Mijn verdere loopbaan zal ik niet beschrijven want dan ben ik nog wel even bezig. Jan Zuidema wil ik nog noemen, hij was de dirigent onder de dirigenten. Elke repetitie was spannend, vooral als Jan Zwart met zijn eeuwige sigaar, die ook bleef plakken op zijn onderlip als hij praatte, de mond open deed. Hij was een kenner van de klassieke muziek en wist het altijd beter en daar was Jan Zuidema niet van gediend, het liep soms hoog op.

Jan Zwarts in de Vliethorn


Jan Zuidema op het kerkorgel in Farmsum

Onze jongensgroep uit de Hendrik Jagerstraat verkeerde toendertijd op een leeftijd dat we uit elkaar gingen naar andere scholen. De vrije tijd was over en als ik er nu over nadenk, had de lagere school toch wel iets langer mogen duren. Je werd op een andere school in het diepe gegooid en je zat tussen andere kinderen, die je buiten schooltijd niet zag. Het huiswerk was een ellende, buitenspelen was voorbij.

In Denemarken, las ik, hebben ze een voetbalschool, dat had ik ook gewild, een klarinetten school en daarbij de vakken leren die je nodig hebt als je klarinettist bent. Mijn kleindochter leert nu nog op school wiskunde, ik begrijp het niet. Optellen en aftrekken en vermenigvuldigen moet toch voldoende zijn als je boodschappen gaat doen, of moeten we nog meer hoogopgeleiden hebben.

Wat ik met dit verhaal wil zeggen is, dat toen de amateurmuzikanten de leerlingen zelf gingen opleiden. Ze waren geen echte leraar en zo gingen ze met je om, een lach en een dorpspraatje was er ook bij. Je had gewoon les van de buurman. Later moest zo nodig mede door wijlen Bottema een muziekschool uit de grond worden gestampt, het moest geld kosten en het zou professioneler moeten. Zie daar... wat is er van terechtgekomen, zijn bedoelingen waren natuurlijk goed.


Ik heb de Eemsmond Big Band opgericht en niemand anders, alhoewel nu een ieder het claimt. Ik heb avonden, buiten de repetitie om, met groepjes blazers gezeten om ritme oefeningen te oefenen, zeg maar... er in te stampen. Ik was meer bezig ze op te leiden dan dirigentje te spelen. Ja, ik geef toe...als je eenmaal voor het orkest staat dan komen er dingen op je af, buiten de muziek om, waar je eigenlijk je verstand had moeten gebruiken, maar daarentegen ik heb wel genoten.

De Big Band is een mooi orkest, de vergrijzing speelt hier nu ook parten. De jongens hebben vergeten leerlingen op te leiden en ook hier moet ik verwijzen naar de gemeente, voor zo een opsteker voor de gemeente zou toch meer support moeten zijn. Dit geldt ook voor de andere orkesten en koren voor zover ze er nog zijn. De cultuur hangt er maar een beetje bij, maar we hebben de smartphone en cultuur op dat ding in overvloed, maar geef mij, maar de wekelijkse ouderwetse dansavonden bij het plaatselijke café, waar de band aankwam op de bakfiets.

Freek Wind uit Farmsum



Horlogemaker Wind


Rondom het Pijpplein allemaal winkels


                                                             Tot de volgende keer maar weer

over

meester Koning