zondag 13 december 2015

De Grunneger van vlak na de oorlog


En de boer ploegt maar voort

Een tijdsbeeld van de voorstelling “olwiefkenijs” mitsgaders de rare ideeën van een gepensioneerde narcistische dorpsdirigent.

Olwiefkenijs over de Groninger van vlak na de oorlog.

Zondagmorgen 13 dec in het jaar 2015 van Odin. k Was vanmorgen te vroeg wakker, dus maar even zinnige en onzinnige onderwerpen de revue laten passeren daar is het tenslotte ook zondagmorgen voor. Vroeger zong ik op de zondagmorgen 'tjing tjang tjoedeltje wat jeukt mien knoedeltje, maar Teutje vindt mijn gelal niet meer leuk. Ik dacht aan mijn schooltijd, vooral over de overbodige ballast die ik voorgeschoteld kreeg waarvan ik de helft opgeslagen heb alsmede van deze helft de helft niet nodig had.

Het begon in de eerste klas lagere school, daar werd je geacht de letteren der Nederlandse taal te bezigen. Wij uit de Henderik Jagerstraat hadden tot die tijd alleen boers 'Grunneger stroattoal oetblabbert.' Niet erg zou je denken ware het niet dat je behoorlijk werd uitgelachen als je het over een buisdoek (zakdoek) had, door je eigen klasgenootjes. De eerste deuk in je zelfvertrouwen zomede begon het vallen en opstaan in je prille jeugd al.

Er werd ook weinig gezongen op mijn openbare lagere school. De volksliedjes die mijn moeder nog leerde waren opeens verdwenen. Het Wilhelmus moest omdat je op 30 april, moest knikken en buigen voor de koningin die jarig was. Je zong dan met vele kinderen op een groot plein, riepen in koor “leve de koningin.” De vraag rijst nu...wat heb ik daar aan gehad.
Groninger volksliedjes werd niet gedaan, waarom eigenlijk niet? Langzamerhand ontstaat dan een minderwaardigheid complex. Ik moet zeggen, wie het ook heeft bedacht, het is gelukt want het Groninger kind verstaat het Gronings niet meer.

Ik kon na mijn lagere school naar de HBS via een brugklas waar je in een jaar tijd meer moest leren als de vorige vijf klassen samen. Ik wou daar zelf heen omdat een vriendje uit mijn klas daar ook heen ging. Ik dacht dat is het beste dan ben ik ook de beste...hoe dom kun je zijn. Op de HBS een catastrofe je had wel 10 tot 12 vakken, de schooltas niet te dragen. Ik was in die tijd bezeten van het klarinetblazen bij de plaatselijke muziek-vereniging. Een ieder weet als je goed wilt worden in het klarinetblazen moet je toch minstens een uur of meer per dag oefenen, wat ik dan ook deed maar het werd al snel opgemerkt op school, het ging niet zo goed.

Als ik er, zo'n slordige 50 jaar later, over nadenk dan werd je behoorlijk geremd in je eigen zinnen. Er werd van alles en nog wat aan je opgedragen, plicht was plicht dat was een vaststaand gegeven. Klarinet blazen hoorde daar niet bij algebra wel.
Noch op de lagere school noch op de hbs werd nooit gesproken over de regio. Je wist wel waar Parijs lag maar Reiderland had je nog nooit van gehoord. Ik verliet na een paar jaar deze school. Ik dacht ik moet naar een school (moest een vak leren van thuis) waar ik veel tijd heb om klarinet te blazen om me meer te wijden aan de muziek, dus koos ik voor de Lts...Ja ja de Lts...Veel vrienden uit de Hendrik Jagerstraat zaten ook op deze school dus een fluitje van een cent.

Deze school was prima je leerde met hamer en beitel omgaan. Je ging mekaar ook wel eens te lijf met het gereedschap dan vloog er een hamer door de klas geprojecteerd door de leraar zelf. Je zult denken hoe is het mogelijk maar voor meneer Bobbel
was dat heel gewoon. Meneer Kuipers weet ik nog zette me met mijn oor tussen de bankschroef...Ja zo ging dat toen... Hij zou nu veroordeeld worden voor deze daad met minstens drie uur taakstraf. Thuis werd er niet over gesproken anders zette opa je ook nog een keer met oor en al tussen de bankschroef. Smeden, lassen en vijlen tot je een ons woog, later zou ik hier nog profijt van hebben zo is gebleken. Ik kan iedereen aanraden eerst naar een school te gaan om een handwerk te leren.

Op de Lts had ik de tijd om op eigen kracht een dirigentencursus te volgen, niet om dirigent te worden maar om meer muziek-theorie te vergaren om vervolgens naar het conservatorium te gaan. Tijdens mijn Lts opleiding ging ik klarinet les volgen op de muziekschool in Groningen. In deze tijd had ik ook nog les bij meneer Schelhaas van de plaatselijke blaaskapel die als een vader voor mij was. Mijn ouders waren namelijk gescheiden en mijn biologische vader was in de middle of nowhere.
Schelhaas stelde een brief op en zorgde dat ik kon voorblazen bij de Millitaire kapel in Assen, werd daar prompt aangenomen als leerling muzikant en ze gingen mijn studie ook betalen...Alles super de luxe ware het niet dat ik in Den Haag werd afgekeurd op een ruisend hart. Het was niet anders het was een streep door de rekening.

Op het conservatorium,

Niet mijn sterkste kant was het zingen en je moest zingen en nog eens zingen plus piano-spelen van s morgens vroeg tot s avonds laat. Er bleef eigenlijk geen tijd over voor de klarinet. De klarinet werd ook weinig over gesproken zomede ook niet over de geschiedenis van de klarinet en de vele soorten mondstukken, waarvan ik nu weet dat het zo belangrijk is. Dubbel tongslag of dergelijk zaken werd niet gedaan juist zaken die je wel nodig hebt in de praktijk. Ik vraag me af of de leraar het zelf wel wist.

Je moest één uur per week klarinetspelen, toonladders en nog eens toonladders blazen plus de nodige étuden. Kleine stukjes uit de grote symfonieën zodat je dat dan alvast kon als je in een symfonie-orkest ging spelen. Ze vertelden er niet bij dat je nooit geen werk kreeg in een symfonie-orkest, dat je ook in het buitenland muziek kunt maken kwam niet aan de orde. Het woord Beatles mocht je niet uitspreken. Ik speelde in allerlei amusement-orkestjes maar je sprak er met de leraar nooit over.

Toen ik een keer bij een bekend amusementsorkest moest invallen zei een oude doorgewinterde muzikant dat ik naar het buitenland moest gaan, hij had adressen.
Na mijn theorie-examen moest ik nog een jaar solfège en klarinet doen. Ik kan wel vertellen dat mijn zelfvertrouwen was gedaald tot min nul. Laatst was er een bekende muzikant bij me en vertelde ongeveer hetzelfde verhaal, gebruikte de treffende woorden: “Mijn identiteit werd me daar afgenomen.” Ik dacht dat is me al eens overkomen hoeveel identiteiten kan een mens hebben.

Ik ging toen naar het buitenland, de orkestleider aldaar vroeg of ik dit of dat ook kon spelen en noemde een aantal songs. Ik moest het antwoord schuldig blijven, hadden ze me niet geleerd, alleen die domme stukjes uit de synfonieën van Beethoven.
In die tijd in het buitenland leerde ik pas echt klarinet en saxofoon spelen, andere muzikanten kwamen luisteren. We hadden het over mondstukken en over bekende Amerikaanse saxofonisten. Ik zat in een goed orkest waarvan mijn voorganger naar de big band van Max Greger ging dus ik stond op de springplank. Ik dacht nog even aan de eindeloze oefeningen met dubbele kruizen wat ik zo nodig moest leren op het conservatorium.

Er was nog iets...Ik moest de dienstplichtige militaire dienst nog vervullen en ze hadden me al als voortvluchtig genoteerd in Nederland, ondertussen had ik een contract getekend naar Vietnam, Korea etc. voor de US Army, we zouden daarna dan naar Amerika gaan. Ik dacht ik ga nooit meer naar Nederland ware het niet dat ik een meisje had ontmoet die al spoedig in verwachting raakte dus er bleef niets anders over...niet naar Vietnam maar terug naar Nederland. Ik meldde me aan en kon de maandag daarop direct al naar Venlo als chauffeur want de dienstplichtige kapel van de Huzaren was net opgeheven waar ik aanvankelijk heen zou.

Zo stond ik een week eerder in het voorprogramma van Fats Domino te spelen en zo stond ik in Venlo als chauffeur, waar ik de eerste dag werd uitgekafferd omdat mijn haar te lang was en wie mijn vrouw zwanger had gemaakt vroeg de korporaal...waar toen 600 mannen in de lach schoten. Ja...dacht ik zo gaan ze in Nederland met elkaar om net als in de eerste klas lagere school de dommen lachen weer omdat een korporaaltje de populaire man wil uithangen, hoe dom ben je dan?

Als ik nu een klarinet uit elkaar haal in mijn kleine werkplaats dan moet ik steeds denken aan mijn schooltijd en denk dan...man man wat heb ik een onzin geleerd, behalve de LTS die opleiding komt me nu nog goed van pas, temeer ik ook nog hobby pony-hoefsmid ben. Ik had in Duitsland, Zweden kunnen blijven, als troubadour in een camper met vrouw en kind de muziekwegen kunnen volgen. Ik heb vele andere wegen moeten volgen na mijn diensttijd om aan de kost te komen eigenlijk teveel om op te noemen...
De dienstplicht, vrouw en kind was mijn carrière fataal geworden, ik moet wel zeggen altijd wel met heel veel lol en wat is nu carrière? Als het geld niet bovenaan op je lijstje staat dan is het leven helemaal geen probleem. De ups en downs van een onstuimig leven heb ik genoten en nu ik zeventig ben laat ik het ook maar achter me en is het een keer van me af geschreven.

Wat gebleven is, is de hekel aan een bureau vooral de mensen die er achter zitten. Ze verzinnen maar wat achter dat bureau...en van het straatgebeuren hebben ze geen notie. We leven in een wereld van veranderingen ze hebben de rode draad nog niet gevonden sterker nog ik denk dat ze het kwijt zijn.

Het leven wordt gebezigd als een spelletje, komen steeds meer auto's, steeds meer vleeseters, dikke mensen en iPhones bij en nog veel meer zaken die allemaal energie slurpen. Het grote fenomeen is nu de Selfie...er is ook al een selfie-stick te koop. Het is een spelletje geworden net als kinderen in een zandbak zitten te spelen met dien verstande dat kinderen wel weer opnieuw kunnen beginnen maar de grote mensen kunnen het niet meer terugdraaien en zo lopen we straks met een mondkapje, stikken we straks in de smog en de werkloosheid blijft stijgen zolang de machines de baas blijven, maar er komen steeds meer bij. Je zult nu denken wat een narrige man en dat op de zondagmorgen, mekkeren kan en doet iedereen en reudeln is ook zo'n mooi woord maar waar blijft de oplossing, bedenk nu eens een oplossing.

Dat is dan een uitdaging die ik me zelf stel in mijn bedje op de zondagmorgen de 13e december in het jaar 2015 van Odin. Ik maak het mezelf moeilijk nu wordt het echt overwegen en zie daar de fantasie is groot geschonken door Odin die de God is van alle dichters en edellieden waar ik mij toe reken...Jezelf nooit weggooien zei t òlmìns altied.

De oplossing

De boeren hebben eens een keer een ruilverkaveling systeem bedacht. Het hield in dat de boeren het land dichter bij de boerderij kregen. Heel vroeger gingen de arbeiders dicht bij het land wonen, zelfs dorpen werden er naar genoemd. Meeden betekent weiland en zo zijn er verschillende dorpen met in hun naam Meeden...Meedhuizen, Uithuizermeeden enz. enz. een super goed systeem...

De oplossing is heel eenvoudig het werk woonverkeer kan veel efficiënter. Ik was een keer op een maandagmorgen op de agrarische school in Groningen. Je weet niet wat je ziet de leerlingen komen van heinde en ver met de auto. Het zijn auto's en nog eens auto's tot aan de horizon daar op het parkeerterrein . Als je nu weer kleinere scholen hadden dichter bij huis dan kreeg de natuur ook weer adem. Wij hebben gelukkig in ons dorp nog een piepklein huisartsen-gebouwtje, met daarin een apotheek, allerlei therapeuten doen daar hun diensten plus de huisarts. Je ziet er bijna geen auto voor de deur en er is zelfs geen parkeergelegenheid. De files zijn dan ook opgelost als je dichter bij je werk woont. Een soort ruilverkaveling voor werk-woonverkeer. 

Gisteren op de TV werd nog braaf verkondigt door zo'n intelectueel dat we straks voordeel hebben van de vluchtelingen ze werken dan aan onze economie mee...niks tegen vluchtelingen mits ze zich aanpassen...maar waar gaan ze dan werken?
De Rabo bank ontslaat 9000 mensen maar de economie wordt beter en de politieke coryfeeën zijn nog steeds aan het declareren. Het begon allemaal in de eerste klas op de lagere school... toen al liep ik een deuk op.

Nou dat was een pak van mijn hart
Groetjes
John Hoekman







Geen opmerkingen:

Een reactie posten