Deel 7
Feuilleton jaargang 2 nr. 7
Johnny Koning/Hoekman
Zo vrij als een vogel
Over het Farmsummer volk, anno 1950/'60/'70, alsmede over hun doen en laten in vergelijking met nu. Het leven van toen was goed, zowel voor je gezondheid, geest en milieu. Ik probeer anno 2024 zo te leven zoals toen en ik moet zeggen, het bevalt goed. Alles van waarde kost moeite en dat laatste is even wennen, maar in deze tijd is het ook wel spannend en misschien wel weer noodzakelijk als die meneer uit Rusland voor de deur staat. Als het mij maar niet zo gaat als de man die een anti-atoom-kelder bouwde en er tijdens de bouw in viel...dood.
Als ik de berichten beluister dan voorspeld 2024 niet veel goeds. Trump wordt president en volgens de berichten gaat hij de NAVO opblazen en staat Europa in zijn hemd. Poetin zal hele kleine kern-raketten gaan gebruiken en als eerste Litouwen vanuit Kaliningrad en Wit-Rusland aanvallen en het westen gaat dan overleggen en zich beraden via een aparte commissie ...wat te doen...liever geen acties die de boel 'in 't ìnde joagen.'
Wat gaan we doen is de grote vraag, Nederland heeft nog drie tanks en de F-16's zijn ook al weggeven. Ik heb geen verstand van politiek en als ik dit dan allemaal beluister, moet ik maar een schuilkelder gaan bouwen...maar voor wie...als ze nu even wachten totdat ik achter de kerk in Borgsweer lig, zal het mij een zorg zijn. Mijn nageslacht moet zich dan maar even alleen redden en of je nu laag- of hoogopgeleid bent maakt dan niet meer uit.
Borgsweer
Ik heb daarom besloten, geen schuilkelder, maar een stukje grond op het kerkhof te kopen, t'was duur genoeg, alsmede heb ik de steen, samen met de buurman geplaatst om de prijs wat te drukken. Ik ben nog even gaan liggen voor de maat en de lengte klopte ook, had niet gehoeven want toen ik vol trots thuiskwam, zei Teutje mijn vrouw dat we gecremeerd worden.
Ik liep vorig zomer te maaien, natuurlijk met de zeis, kwam een dorpsgenoot voorbij en sprong van zijn fiets. Hij keek me aan, keek me nog eens aan en zei “Jij bent me ook een grappenmaker” ik zeg “hoezo?” “Liep ik vorige week op het kerkhof in Borgsweer, stond plotseling voor je graf en de mond viel me uit de haken. Ik zeg tegen mijn vrouw “nu breekt me de klomp, ik heb vorige week nog met hem gepraat.”
Bunker te Farmsum
Even
terug naar de goede oude tijd in Farmsum (1955)
We hadden bedacht parachute te springen vanaf de bunker, niet vanuit de uitkijktoren, maar gewoon van de bunker af, dat was niet zo hoog. Lakens stilletjes meegenomen van huis en een heleboel touw, vakkundig een parachute in elkaar geflanst en Anne moest dan maar eens springen. Anne wou eerst niet, maar anders mocht hij niet meer afkijken op school, dus Anne moest wel.
Hij moest dan een aanloop nemen, anders ging de parachute niet open. Zo gezegd, zo gedaan...Anne nam een aanloop, zeker met de ogen dicht en sprong van de bunker. Sevveloos (bewusteloos) bleef hij liggen op de grond met de lakens over zich heen. We waren stil en keken elkaar aan, zou Anne dood zijn? Snel naar beneden een emmer vol 'kreus' uit het Weiwerdermaar en dat hebben we Anne over de kop gegooid. Gelukkig, hij bewoog nog, maar hij kreunde wel heel raar.
Siemen Eling aan het werk bij sloperij Wind, spijkers trekken
Op de foto dezelfde handkar waar we Anne op hebben gelegd.
We hebben Anne op een handkar van sloperij Wind gelegd en naar huis gebracht. De dokter 'Dubbeltje' stelde een hersenschudding vast en Anne mocht niet meer met ons spelen. De ouders zijn nog bij ons thuis geweest, van de anderen weet ik het niet, maar ik werd een hele dag in het eendenhok opgesloten.
Huisdokter Dubbelinga (Dubbeltje)
Er was geen TV, af en toe mochten we op de zondagsmiddag naar de bioscoop van Schepel aan de oude Schans en ook gingen we films kijken bij het Leger des Heils in de oude Synagoge aan de singel. Beneden was daar een openbare douche gelegenheid, daar kon je altijd keet schoppen, maar daar kwamen we niet veel, we versnoepten het geld meestal bij automatiek Bakker schuin tegenover Richters. We wasten ons eigenlijk nooit, alleen 's morgens om kop met een washandje en dan naar school. De meeste mensen hadden geen douche, alleen een tobbe met warm water die alleen gebruikt werd als je naar de dokter moest of die pech had elke zaterdag. Je mocht dan na die tijd je niet meer smerig maken. Het water in de tobbe was meestal nog smeriger als het water in de sloot.
Bioscoop Schepel, Delfzijl
Hoe ik bij de muziek kwam
We stonden met onze groep uit de Hendrik Jagerstraat op het Pijpplein, hoe kon het ook anders, op 'Piep' speelde zich alles af. We stonden voor de bakkerij van Zuidhof onze plannen te bespreken. Appeltjes gappen, kruudhorens of naar de bunkers, oorlogje voeren en nog zoveel meer ideeën passeerden de revue. Het duurde niet lang, iemand van ons had gehoord dat je een toeter gratis kon krijgen bij de muziekvereniging 'Wilhelmientje.' Dat was niet mis, wij erop af en ja hoor, we werden hartelijk ontvangen maar een trompet was niet mogelijk, alleen een klarinet. We wisten ook niet dat die toeter 'klarinet' heette. Wij met het ding naar huis en vol trots lieten we het thuis zien. De week daarop moesten we op maandagavond naar de muziek. Schelhaas was onze leraar en we stonden wel met tien jongens, in de gang van de oude school, te toeteren. De één kreeg er geluid uit en de ander weer niet, wat een ellende was dat.
Johan
Schelhaas, schildersbedrijf Molenstraat en muziekleraar.
Met mij ging het goed, maar van de andere jongens viel de één na de ander af. Ik had er schik in en studeerde tot ieders verdriet thuis de pannen van het dak. Schelhaas kon nogal bot zijn, maar hij was voor mij als een vader. Misschien omdat ik ook geen echte vader had. Hij leidde me op, soms met harde hand, dan vloekte hij of schopte me tegen de benen, tussen de lessen door ging ik altijd voorblazen bij Wessels die tegenover ons woonde naast smederij Werkman. Wessels was een hele goede muzikant en zijn zoons Harry en Johan speelden ook mee in het korps. Hij had ook twee strepen op zijn uniform, dat wilde zeggen, hij was onderdirecteur.
Opoe zei altijd tegen me, goed je best doen want ik wil 'mie nait schoamen veur Wessels.' Na een half jaar vond Wessels dat ik al wel mee kon blazen in het korps, maar Schelhaas zei altijd...Je mouten mie dij jong nait vernailen...en zo moest ik dan nog even wachten.
Muziek vereniging koningin Wilhelmina
Ik sta hier niet op
links
zittend Schelhaas, Kees Bos, Rieks Zwarts, Arend Visker
Ik
deed mijn intrede, toen het zover was, met de Kalief van Bagdad. Mijn
opa zei altijd tegen bekenden, 'Ik wait nait wat van dij jong mout
terecht kommen.' De dirigent van Wilhelmientje was Jan Zuidema en we
gingen af en toe naar Duitsland om concerten te geven. Schelhaas
leerde mij naast klarinetspelen ook hoe je de vrouwtjes moest
versieren en dat kon je het beste in Duitsland uitproberen, daar
kraaide hier in Farmsum niemand naar. Ik lig nu 's avonds in bed nog
wel eens te lachen, hoe hij dat altijd voordeed in Duitsland. Het
leek meer op aanranden, de Duitse vrouwtjes begrepen zijn
opvoedpraktijken niet. Hij leerde me ook bierdrinken, dat vond ik
direct al lekker. Harm Jonk van de Ridenbergstraat kon er ook wat
van, kort gezegd een hele leuke club, vooral als we naar Duitsland
gingen.
Mijn verdere loopbaan zal ik niet beschrijven want dan ben ik nog wel even bezig. Jan Zuidema wil ik nog noemen, hij was de dirigent onder de dirigenten. Elke repetitie was spannend, vooral als Jan Zwart met zijn eeuwige sigaar, die ook bleef plakken op zijn onderlip als hij praatte, de mond open deed. Hij was een kenner van de klassieke muziek en wist het altijd beter en daar was Jan Zuidema niet van gediend, het liep soms hoog op.
Jan Zwarts in de Vliethorn
Jan Zuidema op het kerkorgel in Farmsum
Onze jongensgroep uit de Hendrik Jagerstraat verkeerde toendertijd op een leeftijd dat we uit elkaar gingen naar andere scholen. De vrije tijd was over en als ik er nu over nadenk, had de lagere school toch wel iets langer mogen duren. Je werd op een andere school in het diepe gegooid en je zat tussen andere kinderen, die je buiten schooltijd niet zag. Het huiswerk was een ellende, buitenspelen was voorbij.
In Denemarken, las ik, hebben ze een voetbalschool, dat had ik ook gewild, een klarinetten school en daarbij de vakken leren die je nodig hebt als je klarinettist bent. Mijn kleindochter leert nu nog op school wiskunde, ik begrijp het niet. Optellen en aftrekken en vermenigvuldigen moet toch voldoende zijn als je boodschappen gaat doen, of moeten we nog meer hoogopgeleiden hebben.
Wat ik met dit verhaal wil zeggen is, dat toen de amateurmuzikanten de leerlingen zelf gingen opleiden. Ze waren geen echte leraar en zo gingen ze met je om, een lach en een dorpspraatje was er ook bij. Je had gewoon les van de buurman. Later moest zo nodig mede door wijlen Bottema een muziekschool uit de grond worden gestampt, het moest geld kosten en het zou professioneler moeten. Zie daar... wat is er van terechtgekomen, zijn bedoelingen waren natuurlijk goed.
Ik
heb de Eemsmond Big Band opgericht en niemand anders, alhoewel nu
een ieder het claimt. Ik heb avonden, buiten de repetitie om, met
groepjes blazers gezeten om ritme oefeningen te oefenen, zeg maar...
er in te stampen. Ik was meer bezig ze op te leiden dan dirigentje te
spelen. Ja, ik geef toe...als je eenmaal voor het orkest staat dan
komen er dingen op je af, buiten de muziek om, waar je eigenlijk je
verstand had moeten gebruiken, maar daarentegen ik heb wel genoten.
De Big Band is een mooi orkest, de vergrijzing speelt hier nu ook parten. De jongens hebben vergeten leerlingen op te leiden en ook hier moet ik verwijzen naar de gemeente, voor zo een opsteker voor de gemeente zou toch meer support moeten zijn. Dit geldt ook voor de andere orkesten en koren voor zover ze er nog zijn. De cultuur hangt er maar een beetje bij, maar we hebben de smartphone en cultuur op dat ding in overvloed, maar geef mij, maar de wekelijkse ouderwetse dansavonden bij het plaatselijke café, waar de band aankwam op de bakfiets.
Freek Wind uit Farmsum
Horlogemaker Wind
Rondom het Pijpplein allemaal winkels
Tot de volgende keer maar weer
over
meester Koning
Geen opmerkingen:
Een reactie posten